zaterdag 31 juli 2010
Hmmm, nieuwe leden?
Woordvlinder loopt niet meer zo lekker. We hebben nieuwe leden nodig of we kunnen er beter mee stoppen. Dus ken jij nog mensen die het leuk vinden om te schrijven. Mail dan even naar: verhalengroep@hotmail.com.
En natuurlijk zou het fijn zijn als je daar ook even je stem naar toe stuurt.
Dank je wel.
woensdag 14 juli 2010
Verlenging
Stem!
Er was eens een meisje.
Die voor eerst op schoolreisje ging.
Ze was vijf jaar. Ze vond het heel spanend.
Ze ging in allen attracties.
En toen in het spookhuis.
De rest durfden niet, ze ging alleen.
Ze vond het een beetje eng.
Maar ze ging toch.
Ze ging in het laatste karretje.
Toen de karretjes weer kwamen.
En wat zat er in het laatste karretje?
Niks.
Iedereen was bezorgt.
De meester ging in het spookhuis.
Toen hij in het spookhuis was hoorde hij gehijg achter hem.
Hij schrok,er stond een wolf achter hem.
Alle kinderen gingen in het spookhuis.
En alle kinderen waren opgegeten.
Op een na.
Die verstopt was.
En toen zag hij dat de wolf geen staart hat.
Het was een vampier dus.
Gelukkig hat hij knoflooksaus van zijn moeder gekregen.
En hij gooide het bakje knoflooksaus naar de vampier.
En hij ontplofte en iedereen kwam te voor schijn onder de knoflooksaus.
Ze gingen naar de bus en ze gingen naar huis en ze leefde nog lang en gelukkig. Einde!!
STEM!STEM!STEM!
Het eerste uur ging het al fout. Totaal doorweekt kwam ze op een bijna leeg
schoolplein aan. Haar haar in lange natte slierten aan haar wangen plakkend,
bezweet door de veel te warme regenjas. Vanaf de fietsenstalling naast het
schoolgebouw naar de gymzaal was ongeveer vijf minuten lopen. Ze moest een pad af
rennen, langs het hek van het schoolplein, een straat oversteken en dan in de
kleedkamer omkleden. Dat ging minstens tien minuten duren en dat betekende dus dat
ze te laat zou komen. In de gymzaal aangekomen kon ze nog net op tijd de kleedkamer
in scieten voor de gymjuf haar zag. Ze ging op een bakje zitten, pakte haar spullen
en merkte dat ze haar gymbroek was vergeten en er zat maar 1 schoen in haar gymtas.
"Oh nee..." dacht ze, "Ik kan toch niet in mijn onderbroek gymen!". Ze ging zo
onopvallend mogelijk naar de wc, wachtte tot haar klas de gymzaal in ging en sloop
toen snel weer naar buiten. Dat werd vast weer een uur nablijven omdat ze de gymles
ging missen. Ze liep door de motregen terug naar het schoolgebouw. Daar aangekomen
stond de conrector voor zijn kantoortje, zag haar en riep haar meteen. Natuurlijk.
Zo'n dag was het gewoon. Betrapt....Soppend in haar schoenen loopt ze achter hem
aan.
Een uur nablijven voor het spijbelen van de gymles, zoals ze al dacht, maar ook een
lange preek van de conrector, over het feit dat ze vorige keer ook al te laat was in
de geschiedenis-les. Omdat ze toen ook van de gymzaal naar school moest lopen was ze
snel over het hek geklommen om een stukje af te snijden. Dat had hij gezien. Het hek
was beschadigd en moest vergoed worden. Dat was overigens nog eens twee uur extra
nablijven...
Een beetje verloren liep ze daarna naar de aula, waar tussen de kapstokken met natte
jassen, een drankautomaat stond. De chocomel was op, de tomatensoep niet te drinken,
de thee veel te heet. Alles zat tegen vandaag. Ze ging op de vensterbank zitten en
wachtte tot haar klas van gymles terug kwam. Daar aan de achterste kapstok hing de
spijkerjas van Erik. Ze zou een briefje in zijn jaszak kunnen stoppen, maar ze wist
niet wat ze er op moest schrijven. Erik was leuk. Hij had de blauwste ogen die je
maar kon bedenken. En heel veel sproeten. Hij kon onzettend goed basketballen. Had
drie gitaren en wist alles over kikkers. Ze wist precies welk rooster hij had. Hij
zat nu bij duits, en daarna had hij tekenen. Daarna aardrijkskunde en blok-uur
biologie. Laatste uur studievrij... Hij wist werkelijk absoluut niet wie zij was
bedacht ze somber, terwijl ze uit het raam staarde.... Het begon weer harder te
regenen. Ze keek op haar eigen rooster en zag dat ze hierna economie had. Rotvak. Ze
begreep helemaal niets van balansen met debiteuren en creditueren...De leraar op
zijn beurt begreep niet hoe iemand zo hardnekkig iets niet kon begrijpen. Hij had
haar al drie uur bijles na school gegeven, en nog zag ze het niet, terwijl de leraar
beweerde dat het zo simpel was. Ze was er van overtuigd, ze was gewoon te dom
hiervoor....
Haar klas kwam met veel geschreeuw binnen, gooide de gymtassen in de aula tussen de
stinkjassen en liep gelijk door naar het nederlands-lokaal. Een vriendin trok haar
mee naar dat lokaal. Ze begreep niet waarom. "Nederlands? Ik heb toch economie?" zei
ze. "Nee joh" zei haar vriendin, "Je hebt altijd met mij nederlands op dit uur! We
hebben toch volgende week examens!, sufferd!, kom nu maar gewoon, anders kom je weer
te laat, als je zo doorgaat moet je nablijven tot je veertigste!". Behoorlijk in de
war liep ze achter haar vriendin aan het lokaal in. Examens? Dat stond niet in haar
agenda! Nederlands? Maar ze had het hele jaar helemaal geen nederlands gevolgd! Dat
stond gewoon niet op haar rooster! Kijk dan! Economie, geen nederlands. Hoe kon dat
nou? Langzaam drong de verschrikkelijke waarheid tot haar door. Nederlands was een
verplicht vak. Verplicht! Net als engels en wiskunde... Hoe kan ze dat nu een heel
jaar gemist hebben? Hoe kon haar dat niet zijn opgevallen dat ze een verplicht vak
zat te missen? Ze merkte opeens dat iedereen naar haar zat te kijken terwijl ze
zelf met een wilde blik in haar ogen voor het bord was blijven staan. Snel ging ze
naast haar vriendin zitten. Tot haar schrik hoorde ze meteen haar naam. De leraar
vroeg; "Waar is je dossier met boekverslagen? Dat had je vorige week moeten
inleveren! Als het dossier niet compleet is, kun je niet op voor je examen volgende
week woensdag en dan zak je automatisch!". Paniek maakte zich van haar meester. Hoe
was dat nu mogelijk? Hoe kon dit nu opeens allemaal zo verkeerd gaan? Hoe kon het
dat ze een jaar lang was vergeten naar deze les te gaan, terwijl ze toch gewoon op
school was? De leraar zuchtte en schudde zijn hoofd. Hoe kon iemand toch zo wazig
zijn....Sommige leerlingen leken hun hersens helemaal niet te gebuiken. "Dus je hebt
helemaal niets, maar dan ook niets, gelezen dit jaar?...."
Met een schok schiet ze overeind: "Ik moet naar school! Ik kom te laat!". Er wordt
op de deur geklopt en haar kinderen komen binnenstormen. "Mam, de pakjes drinken
zijn op, en we hebben de hond al uitgelaten. Kunnen we na school nieuwe gymschoenen
gaan kopen?, deze zijn te klein aan het worden. Kom je vanmiddag naar de
presentatie?.... ".
Ze moet even moeite doen om helder te worden. Alweer dezelfde droom, de zeventiende
keer, precies dezelfde als de vorige keren. Met het te laat komen, die verloren
gymschoen, en het zakken voor haar examen. Steeds precies hetzelfde.
Ze staat op en loopt de trap af. De telefoon gaat. Het is een vriendin die haar
vraagt hoe het gaat. "Ontzettend opgelucht dat ik geen vijftien ben en niet op de
mavo zit!" zegt ze grinnikend. De vriendin valt even stil en denkt er het hare van.
Raar antwoord....
STEM!STEM!STEM!
Verdwaald van de schoolHans, zullen we morgen een vrije dag nemen vraagt Anita. Het wordt mooi weer. Dan kunnen we een bootje huren en gaan varen op het Sneekermeer. Hans vindt het een prima idee en dus gaat Anita boodschappen doen voor een lekkere picknick.De volgende morgen staan ze al vroeg op om naar Sneek te gaan en al gauw hebben ze een zeilbootje gehuurd. Er staat niet zoveel wind dus zeilen ze loom de plas op. Na een uurtje zeilen wordt het al lekker warm. Zullen we gaan zwemmen vraagt Anita. Ze zeilen naar een beschut plekje tussen het riet en duiken het water in.Opeens hoort Anita een piepstemmetje help, help roepen, maar ze ziet niemand. Waar komt dat vandaan? Ze duikt onder water en kijkt tussen het riet waar ze het geluid hoort. Eerst ziet ze nog steeds niemand, maar dan opeens ziet ze een klein visje tussen de rietstengels zwemmen. Wat is er aan de hand, vraagt Anita. Heb je hulp nodig. Het visje antwoordt bedeesd dat het zijn school kwijt is. Je school? Vissen zitten toch niet op school? Nee, zegt het visje, wij zwemmen in een school. Hoe heet je vraagt Anita. Vissen hebben geen naam, zegt het visje. Ik ben een voorntje en wij zwemmen met een hele school tegelijk. Wij waren aan het zwemmen en toen zag ik een klein kikkervisje. Ik wilde ermee spelen tussen het riet, maar ik raakte mijn school kwijt en nu ben ik helemaal alleen. Wil je dat ik je help zoeken vraagt Anita. Ik heb in de boot wel een bakje met water waarin je kunt zwemmen en dan varen we met je de plas op om je school te zoeken. Het visje kijkt wel een beetje angstig. Hoe gaat dat zwemmen in een school vraagt Anita. We zwemmen allemaal bij elkaar, de sterkste gaan voorop en die zwemmen we allemaal, kort bij elkaar, achterna. Waarom komen ze je niet zoeken? Er zijn zoveel voorntjes in een school dat ze niet merken als er een verdwijnt zegt het visje triest. Wil je dat we helpen zoeken? Het visje overwint zijn angst en zwemt in het bakje water dat Anita hem voorhoudt. Ben je gaan vissen vraagt Peter verbaasd. Anita legt het hem uit en ook Peter wil het visje wel helpen zijn school te zoeken,Aan de kant zien ze een grote blauwe reiger. Heb je soms een school visjes gezien vraagt Anita. Ja, maar ze zwommen allemaal heel snel verder het meer op en nu heb ik nog geen eten voor mijn kinderen, want ik kon er niet eentje vangen. Succes dan verder roept Anita en ze zeilen weer het meer op. Opeens zien ze een meeuw vliegen met een visje in zijn bek. Is dat ook een voorntje vraagt Peter. Het visje kijkt en ziet nog net dat het inderdaad een voorntje is. Dan moeten ze hier nog in de buurt zijn.Op een groot lelieblad zit een groene kikker. Heb je een school visjes gezien? Ja, zegt de kikker, ze zwemmen daar tussen het riet. Anita duikt weer het water in en ziet inderdaad een school visjes tussen het riet zwemmen. Snel haalt ze het bakje met water uit de boot. Is dat je school? Het voorntje weet het niet. Anita laat hem voorzichtig los, zodat hij naar de school kan zwemmen. Zelf blijft ze op afstand om de visjes niet bang te maken. Ze ziet het voorntje tussen de andere vissen verdwijnen en vrolijk zwiepen met zijn staartvin als afscheid. Dan zwemt ze terug naar de boot en vertelt Peter dat het voorntje gelukkig zijn school heeft teruggevonden.
STEM!STEM!STEM!
Stuur je stem naar verhalengroep@hotmail.com
woensdag 30 juni 2010
donderdag 17 juni 2010
Hallo!
Dus als je je verhaal wilt laten zien aan familie, vrienden, de juf of de buren, dan kan dat vanaf nu!
Stuur de link door aan iedereen die je kent, ze kunnen meteen reageren op je verhaal.
De winnaars!
Dit krijg je in de nieuwsfolder te lezen. Wat je daar ook leest is dat deze weblog openbaar is gemaakt!
Veel schrijf succes!
vrijdag 4 juni 2010
Stemmen op Fantasy verhalen!
- Als het speelgoedelfje Fay wakker word, ziet ze al meteen dat het lekker weer is.
- .... aan de randen maak ik boomtoppen.
- Op zondagmorgen om kwart voor tien werd mijn moeder minder moeder en meer vrouw.
- Wat gebeurt er met een denneappel als die uit de boom valt?
Het laatste verhaal is binnen!
Het speelgoedelfje Fay
Als het speelgoedelfje Fay wakker word, ziet ze al meteen dat het lekker weer is. Ze springt uit haar bed, en danst vrolijk naar het raam. Ze schuift de gordijnen open en geniet van het prachtige uitzicht vanuit haar kamer. Fay maakt haar klerenkast open. Wat zal ze vandaag eens aan doen? Ze pakt haar gele rok met haar gele blousje. Maar dat vindt ze toch niet goed. Er komt vandaag een nieuw speelgoedelfje in de fabriek, die haar komt helpen, dus ze moet er mooi uit zien. Dus pakt ze zoals altijd als ze er mooi uit wil zien, haar regenboogjurk. Ze loopt naar haar kaptafel met spiegel. Maakt een staart met haar lievelingselastiek; een rose met een paarse, grote bloem er op. Hij past goed bij haar jurk, vindt ze zelf. Ze doet ook haar witte kralenketting om, haar gouden oorbellen in en spuit haar lievelingsparfum op haar polsen. Nu ontbijten, en dan kan Fay naar haar werk. Speelgoed maken voor de elfenkinderen uit de elfenwereld. Dan gaat ze ontbijten. Haar ontbijt is een boterham met boterbloempasta, een glaasje zonnemelk en een bakje maanvla. Na het eten trekt ze haar jas aan, en vertrekt. Ze stapt op haar paard Bloem, en rijdt weg. Bloem is ook in een goed humeur. Net als Fay zelf, merkt Fay na een tijdje. Ze zeurt en stopt niet als Fay per ongeluk iets te hard aan de teugels trekt, of als ze heel veel moeten wachten voor de stoplichten. Fay vindt het ook niet erg.
Als ze er zijn word ze al vrolijk opgewacht door haar vriendinnetje Fiona.
‘Fijn voor je! Dat Manezon je komt helpen, bedoel ik!’
‘Ja, die versterking kan ik goed gebruiken! Ik zal haar vandaag alles laten zien, en dan kan ze morgen of overmorgen lekker aan het werk met het maken van speelgoed!’
‘Ja!’
Fay merkt dat Fiona ook heel blij is, want Fay heeft vaak afspraken moeten afzeggen of nee moeten zeggen bij een voorstel voor een afspraak, omdat ze nog een laatste stuk speelgoed af moest maken. Ja, speelgoedelfje staat niet bekend als het makkelijkste elfenbaantje. Eerder het tegenovergestelde.
Allebei heel opgewonden lopen Fiona en Fay de grote fabriek in. Ze hangen hun jas op aan een van de honderden gouden, lange en mooie kapstokken in de megagrote garderobe. Nog even opgewonden stapt Fay één minuut later het kantoortje in van Grijzemaan, de eigenaar van de fabriek.
‘Ha, Fay, jij komt zeker om te vragen waar Manezon is en of je al mag beginnen?’
‘Ja, dat klopt.’
Het is niet raar dat Grijzemaan al wist wat Fay wilde gaan zeggen; Grijzemaan staat bekend om zijn helderziendheid. De feeën in de fabriek zijn er al wel aan gewend.
‘Ze is al in je werkplaats, als Maangoud haar daar goed heen heeft gebracht. Ik twijfel altijd of ik die dingen wel aan haar moet overlaten.’
Fay knikt begrijpend. Ze snapt het wel. Vlug loopt ze het kantoor uit, op weg naar haar werkplaats.
Daar aangekomen staat er inderdaad een nieuw meisje met lange, rode vlechten en oranje sproeten op haar te wachten.
‘Hoi, ik ben het speelgoedelfje Fay, ben jij Manezon?’
Het elfje knikt verlegen. En kijkt naar de grond. En ze schuifelt wat met haar voeten.
‘Kom je mee? Dan kunnen we meteen beginnen. Er valt veel te laten zien, hier in de fabriek.’
Manezon knikt wat verlegen, maar wel heel enthousiast.
‘Zullen we hier, in nu nog mijn, maar straks onze, werkplaats beginnen?’
Weer knikt Manezon. Maar nu is er geen verlegenheid te bekennen. Het zal wel komen omdat Fay zo ontzettend aardig doet, denk je niet? Als eerste laat Fay de werktafel zien. Een lange, brede tafel in het midden van de werkplaats. Er staat niet zo veel op; Fay ruimt altijd keurig op voor ze naar huis gaat ’s avonds. De kast is als tweede aan de beurt. Een reusachtige kast met wel honderd laatjes. Fay maakt er een open. Er liggen allemaal moeren in, maar in elfenformaat. In die daar naast spijkers, ook in elfenformaat. Fay maakt nog meer laatjes open. Er zitten onder andere doosjes met spul wat een beetje werkt als cement, er zit lijm in, plakband, zilveren, metalen staafjes, houten blokjes en rondjes, wieltjes, en nog veel meer. Als laatste maakt Fay er een open met allemaal shuttles. Je weet wel, de “ballen” om het maar zo te noemen, van badminton. Daarna zegt Fay: ‘Die hebben we een keer gekregen van Zilverezon. Die is eens een maand naar het Andersland geweest. Er zijn alleen nog steeds zo’n 50 laatjes niet gevuld. In het Andersland, daar zijn vast nog dingen te vinden, maar het kost dagen om daar naar toe te gaan, en… in die tijd zou er dan helemaal geen speelgoed gemaakt worden! En dat zou niet kunnen. We zullen het dus met een half gevulde kast moeten doen. Voorlopig, dan. Mijn droom is nog altijd om naar het Andersland te gaan, en daar spullen te halen voor mijn, oeps, sorry, onze kast te halen.’.
Vervolgens laat Fay de grote, héééle grote hal van de fabriek zien. Daar aan grenzen heel veel deuren. Achter de eerste deur die Fay laat zien, is de garderobe. Die waar Fay en Fiona hun jas ook hebben opgehangen. ‘Woooooow,’ zegt Manezon. ‘Is alles hier zo groot?’.
‘Nee hoor, zoals je al hebt gezien, onze werkplaats is ook al niet zo groot!, haha!’ Manezon lacht wel, maar ze denkt ook: ik vind onze werkplaats erg groot hoor!
In de volgende kamer word gewerkt; daar is het elfje Elena bezig met het naaien van hele mooie jurkjes en pakken. Manezon loopt naar een kast toe, trekt een laatje open, en voelt met een verrukt gezicht aan de fluweelzachte, glinsterende stof die in het laatje licht. Fay ziet het, en glimlacht. Ze mag Manezon wel; ze denkt dat het wel gezellig wordt met z’n tweeën. En dat ze wel mooie speelgoedstukken gaan en kunnen maken samen.
In de hal komen ze Roland tegen, de elf die de keuken runt. In de keuken worden gerechten gemaakt die in de supermarkt terecht komen. Maar ook bij de bakker enzo. Hij heeft zijn schort nog aan. Met een prachtig versierde taart, ingepakt in een doos loopt hij door de gangen.
‘Hé Roland,’ zegt Fay. ‘Er is een nieuw speelgoedelfje bij ons, en ik ben haar de fabriek aan het laten zien. Mag ik de keuken ook laten zien? Dat lijkt me zo leuk,’ vervolgt ze.
‘Tuurlijk, ga je gang,’ is zijn antwoord.
Dus lopen ze samen de keuken binnen. Daar zijn de elfjes Serena, Lea, Bloemendouw, en Zilverwind bezig. Met een hele grote schaal cakejes.
‘Jullie mogen er wel een proeven,’ zegt Lea, terwijl ze met een puntzak torentjes van slagroom op de cakejes spuit. Dat laten Manezon en Fay zich geen twee keer zeggen! Allebei pakken ze er een van de schaal, en nemen een hap.
Als Fay Manezon ook de boeken-, lampen-, en spelletjesafdeling heeft laten zien, zijn ze klaar met de rondleiding.
‘Het is super! Ik verheug me er helemaal op om hier te mogen werken!’
Fay is blij dat Manezon het zo leuk vindt, en zegt:
‘Je mag morgen al beginnen!’
dinsdag 1 juni 2010
"En hier...
De zoemer gaat. Eerst denkt ze dat het haar wekker is, en ze drukt op het knopje. Maar de zoemer gaat weer en nu wordt ze pas echt wakker. Het is de bel. Ze stapt in haar sloffen, slaat een ochtendjas om en loopt naar de gang. Daar hangt een telefoon met een klein beeldschermpje. De korrelige zwart-wit beelden laten twee meneren zien die wachten tot ze iets zegt. Ze neemt de hoorn van de haak en zegt; "Ja? Wie is daar?". "Mevrouw Vrijmoet? Wij zijn van de woninginspectie, wij willen graag even met u praten! Mogen wij naar boven komen?". Saskia denkt: "Liever niet..." maar zegt "Eh, ok..." en drukt op de knop om de benedendeur open te maken. Ze vloekt binnensmonds. Het is haar vrije dag, ze had kunnen uitslapen. Saskia woont op de vijfentwintigste verdieping en de twee meneren moeten wachten op de lift, naar boven, en daarna nog een hele lange galerij doorlopen om bij haar voordeur te komen, dus ze heeft genoeg tijd om zich snel aan te kleden. Ze staat voor het raam van haar slaapkamer en trekt de rits van haar spijkerbroek dicht. Het is erg grauw buiten. Niet alleen vanwege het weer, maar ook vanwege de smog die overal hangt. Er was gisteren alweer code oranje afgekondigd, dus rondom de stad mocht niemand auto rijden de komende 48 uur. Het was daardoor wel erg stil op de straten beneden, maar het raam kon nog steeds niet open. Er was toch te weinig zuurstof in de lucht, eigenlijk was de lucht puur vergif. Beneden op het asfalt ziet ze hele kleine mensen lopen, met mondkapjes voor, alsof dat iets helpt. Ze kijkt naar de flats om haar heen. Allemaal ramen, met allemaal verschillende kamers erachter. Maar zelfs met al die spullen, televisies, lampen, gordijnen en planten gaat de grauwheid nooit weg. Die blokken zijn gewoon te groot en te grijs. Ze ziet aan de overkant, in de flat tegenover de hare, een man voor het raam staan, met een zonnebril op. Saskia vindt het maar raar. De zon zal heus wel ergens schijnen, maar door de dikke smoglaag komt de zon tegenwoordig niet eens tussen de flats. Er is vooral schaduw van de flats zelf. Er is ook geen bankje of gras om even te gaan zitten als er al licht tussen de gebouwen zou vallen. Alleen maar stenen. Saskia kijkt naar de enorme betonblokken om haar heen. In al die blokken wonen mensen, duizenden mensen. De blokken lijken allemaal op elkaar en hebben allemaal dezelfde grijze kleur. "Grijze woonblokken, grijze lucht, grijze mensen..." denkt Saskia en de voordeurbel gaat.
Ze maakt de deur open en ziet de twee streng kijkende meneren in pakken staan. De één heeft een koffertje in zijn handen en de ander een grote envelop. "Mevrouw Vrijmoet?". Verder zeggen ze nog niets. Saskia houdt er niet van als mensen veel stilte maken en vraagt; "Waarover wilt u met mij praten?". De meneer met de envelop kucht een keer en begint;"Er zijn klachten over u binnengekomen, over het beschadigen van het gebouw. De klachten komen van uw buren en van de woningstichting.". Saskia denkt na. Beschadiging van het gebouw? Heeft ze per ongeluk een te groot gat geboord in de badkamermuur toen ze het handdoekrekje ophing? Maar dat was toch al een jaar geleden? Ze had recent toch helemaal niets gesloopt, iets gedaan waarvoor ze iets had moeten breken, schroeven, zagen of timmeren. Bovendien was Saskia altijd erg braaf, een eigenschap die ze eigenlijk een beetje vervelend vond van zichzelf. Maar ze zou daardoor nooit iets verbouwen in de flat zonder toestemming van de woningstichting, want dat stond zo in het huurcontract. Saskia zegt dus ook even niets, want ze begrijpt echt niet waar dit over gaat en wacht rustig met de klink van de deur in haar hand af tot de meneren uitleggen wat ze bedoelen. De meneren krijgen na een hele lange minuut zwijgen in de gaten dat ze meer uitleg moeten geven. De meneer met de envelop geeft deze aan Saskia en zegt; '" Mevrouw Vrijmoet, hierin zit een dwangbevel, waarin u wordt gesommeerd om de flat weer in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen. Indien u hieraan geen gevolg geeft zien wij ons genoodzaakt om namens de woningstichting en de buren juridische stappen tegen u te ondernemen!Dit kan uiteindelijk resulteren in uitzetting!".
Saskia neemt de envelop enigszins verbouwereerd aan en vraagt; "Maar wat heb ik dan beschadigd?". "De woning van uw bovenburen en de beeldkwaliteit van dit gebouw, mevrouw Vrijmoet!" is het antwoord. "Maar ik ken mijn bovenburen helemaal niet en ben nog nooit bij hun binnen geweest! Hoe kan ik nu iets beschadigen aan de woning van mijn bovenburen als ik daar nooit binnen ben geweest?". De meneren kijken elkaar aan en de man met het koffertje zegt; "U heeft de buitenkant van hun woning beschadigd en daar zijn ze niet blij mee!". Saskia scheurt de envelop open, leest de brief oppervlakkig door en vraagt; "Hoe kan ik een woning op de zesentwigste verdieping aan de buitenkant beschadigen? Ik kan niet eens zo ver gooien met iets!". De meneer met het koffertje zegt;"We willen graag even de rest van de woning inspecteren". Saskia doet een stap naar achteren en zegt "Kom binnen". Recht tegenover haar is ook een voordeur en ze ziet in een flits dat er een oog voor het kijkgaatje verschijnt en verdwijnt. Dat oog is het enige dat Saskia ooit heeft gezien van haar overbuurvrouw. Saskia denkt tenminste dat het een mevrouw is, omdat ze haar wel eens heeft horen telefoneren toen ze haar sleutel zocht in haar tas...De andere meneer zegt ;"Zullen we dan meteen samen even op uw balkon kijken, dan ziet u meteen welk deel van de bovenwoning u beschadigd heeft!". En opeens weet Saskia waarom de meneren voor haar deur staan. Omdat ze een paar dagen geleden had bedacht dat ze toch een keer een blauwe lucht wilde zien, maar in plaats daarvan tegen de saaie grijze onderkant van het balkon van haar bovenburen aan moest kijken.
De meneren vegen hun voeten op de mat en lopen langs haar naar binnen. Ze blijven meteen weer staan. Want de hal waar ze binnen stappen is een enorme zuilengalerij, met een strand erachter, met het witste zand dat je ooit gezien hebt. Er staan een paar oude olijvenbomen en de branding is zo ver weg dat je het niet eens kunt horen. De volgende ruimte waar ze binnen lopen is een regenwoud, met felgekleurde bloemen op boomstronken en daar tussen de enorme bomen en lianen allemaal boekenkasten. Boven de tafel tegen de muur hangen een paar vleermuizen te wachten tot de zon ondergaat. In de lucht vliegen papegaaien met hele lange staarten en paradijsvogels zitten in de toppen van de bomen. In de hoek achter de televisie is het donkergroen en er kijken een paar gele lichtgevende ogen nieuwsgierig de kamer in. Naast de deur naar de keuken staat een koe, en in de keuken zie je gras zover als je kunt kijken, met in de verte aan de horizon een oude windmolen, met een waslijn ernaast, met wapperende witte lakens in de wind. Daarachter, naast de koelkast, loopt een lange dijk met grazende schapen erop. De meneer met het koffertje loopt achteruit en struikelt over een pantoffel van Saskia, die voor haar slaapkamerdeur ligt. Hij draait zich om en kijkt de slaapkamer in en ziet een lange groene laan met ruisende populieren naast een zandpad voor zich uitestrekt. Tenminste, hij denkt te horen dat de populieren ruisen of verbeeld hij zich dat nu? Zijn collega staat ondertussen bij de balkondeur en ziet ganzen naar het Noorden trekken. Dat is lang geleden, dat hij ganzen naar het Noorden kon zien trekken...
zaterdag 29 mei 2010
Nieuwe verhaal
Op zondagmorgen om kwart voor tien werd mijn moeder minder moeder en meer vrouw.
Vooral vrouw. En dat vond ik ontzagwekkend mooi.
Als het klokgelui begon, was er eerst de lippenstift. Vrolijk rood, bloedrood, wijnrood, altijd rood.
Daarna pakte zij het hoedje, uit een doos met vloeipapier alsof het hoedje breekbaar was. Alsof het een vogeltje was.
Met plezierige voorzichtigheid zette zij het hoedje een beetje schuin op haar achterhoofd.
Dan keek zij in de spiegel en zag zichzelf. De vrouw, de rode lippen, het rode hoedje, de veren, trotser dan een pauwtje.
Ik keek naar haar, de vrouw in mijn moeder.
Had ik die vrouw, mijn moeder en het hoedje nog maar.
Marian van Steen
Oorspronkelijk geschreven bij ' Portret van een vrouw ' van Arnoud Paashuis.
In opdracht van het Noord-Brabants Museum in Den Bosch; teksten bij een tentoonstelling van vrouwenportretten.
Mijn moeder stierf op 30-05-1968 op 52 jarige leeftijd
Laat de volgende verhalen ook maar komen!
donderdag 13 mei 2010
Stemmen
Je mag een keer stemmen, (en niet op jezelf natuurlijk) denk dus goed na voor je stemt! Stuur jouw stem naar verhalengroep@hotmail.com.
Je ziet niet door wie de verhalen zijn geschreven, dus kies het verhaal dat jij het leukst, mooist of origineelst vindt!
woensdag 12 mei 2010
Nieuwe verhalen!
Bij deze die van mij. Om een beetje te laten zien wat de bedoeling is en hoe ver het thema kan gaan. het maakt niet uit hoe lang of kort je verhaal is, als je je niveau maar laat zien.
Denneappel
Wat gebeurt er met een denneappel als die uit de boom valt? Zou die zacht landen? Door de wind? Of door elfen?
Zou die verlangen door de zon of weten wij er niks van? Al die kleine schubben passen precies in elkaar. Is die nu perfect?
Al die kleine schubben... Wat verbergt die? Laat die iets los? Of is die losgelaten? Zouden al die schubben kleine wensen zijn?
Om zijn leven en die van andere gelukkig te maken? Of is het gewoon een denneappel? Die er hoort te zijn, om de wereld mooi te maken?
Hopelijk kunnen we er snel meer verhalen aan toevoegen.
dinsdag 11 mei 2010
Hallo!
De naam van dit groepsweblog, waar overigens honderd mensen aan mee kunnen doen, zal uiteindelijk nog veranderen. Dit is maar een werktitel.
Deze website is vooralsnog alleen te lezen door mensen die aangesloten zijn bij deze verhalengroep. Mocht de wens bestaan om de site openbaar te maken voor iedereen dan kan dat uiteindelijk gewoon. Dus ook om je eigen verhaal te kunnen lezen moet je eerst worden aangemeld als auteur van dit blog, laat het maar even weten als je dat graag wil. Daarna kun je wel meteen je verhaal hier online zetten.
Dus, schrijf!




